Jung gebruikte de termen Thinking en Feeling om te verwijzen naar de rationele functies. Hoe beoordeel je wat je waarneemt?
Mensen met een voorkeur voor Thinking komen tot een beslissing door ideeën met elkaar te verbinden door logisch denken. Zij houden van het principe van oorzaak en gevolg en hebben de neiging om objectief en onpersoonlijk te zijn in de toepassing van de ratio op een beslissing. Een thinking beoordeling berust op onpartijdigheid en neutraliteit ten opzichte van de persoonlijke verlangens en de waarden van zowel de beslissingsnemer naar als de mensen die beïnvloed worden door de beslissing. Mensen met een voorkeur voor thinking ontwikkelen kenmerken zoals analytisch denken, objectiviteit, zich inlaten met principes van rechtvaardigheid en eerlijkheid en kritisch zijn.
Mensen met een voorkeur voor Feeling komen tot een beslissing door de relatieve waarden en verdiensten tegenover elkaar af te wegen. Feeling berust op een begrip van persoonlijke waarden en de groepswaarden. Het is dus subjectiever dan thinking. Toch is Feeling, net als Thinking, een rationele functie, en het gaat over hoe iemand graag een beslissing neemt. Omdat waarden subjectief en persoonlijk zijn, is het vaak zo dat mensen met een voorkeur voor Feeling gericht zijn op de waarden en gevoelens van anderen net als op hun eigen waarden en gevoelens. Ze trachten mensen te begrijpen en te anticiperen op de effecten van de beslissing op de betrokken mensen en op wat belangrijk is voor hen. Mensen met een Feeling-voorkeur zijn meer bezig met de menselijke dan met de technische aspecten, en zijn gevoeliger voor warmete en harmonie.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten