dinsdag 30 december 2008

Wie mag leidinggevende worden?

Een voorbeeld van het verschil tussen het gebruik van Thinking en Feeling.

Welke van vijf werknemers moet gepromoveerd worden tot leidinggevende? Om hierover een beslissing te nemen zal iemand met een Thinking voorkeur een set van expliciete criteria ontwikkelen, de criteria volgens volgorde van belangrijkheid voor de beslissing rangschikken, en elk van de vijf kandidaten daarop scoren. Na het beslissen welke kandidaat het best beantwoordt aan de criteria kan een Thinking type de minder geprefereerde Feeling functie gebruiken om andere zaken zoals persoonlijke stijl, aanvaardbaarheid voor andere werknemers en de persoonlijke omstandigheden van de werknemer mee in rekening te nemen.

Een Feeling beslissing focust op de kwalificaties voor de functie waarbij ook de impact op andere medewerkers en de persoonlijke omstandigheden van de vijf werknemers meespelen. Zo wordt de beste kandidaat bepaald op basis van het wegen van waarden. Als er twee of meer geschikte kandidaten uit het proces naar voren komen, kan het Feeling type de minder geprefereerde Thinking functie gebruiken om een set van objectieve criteria te ontwikkelen om te helpen in de finale besluitvorming. Als er maar één kandidaat uitspringt dan kunnen objectieve criteria gebruikt worden om er zeker van te zijn dat niets belangrijks over het hoofd gezien werd.

Geen opmerkingen: